w2d2

Op deze dag van zwoegend werk hebben Huib en ik met onvermoeibare toewijding onze taken volbracht. Als eerste aanschouwden wij het verwijderen van het boeisel, met gestaag vorderende tred. Het merendeel der bevestigingsmaterialen, benevens de sierlijke doppen, was reeds van hun heilige post ontdaan. Slechts restte ons nog het losbikken van de kostbare plank zelf, een taak die met ijver en nauwgezetheid diende te worden voltrokken.

Daarna waagden wij ons aan het bezweren van de boordrand, met een bedachtzame vastberadenheid. Middels de machtige cirkelzaag werd de edele houtstructuur doorkliefd. Het eikenhout, standvastig doch vatbaar voor de tand des tijds, moest zijn plaats opgeven aan de beitels, wier scherpte langzaamaan verflauwde. Als ware vinders van vergeten schatten, ontrafelden wij de roestvrijstalen pennen, die zich overgeleverd hadden aan de heerschappij van de kiezentrekker.

Doch het ontbinden van het schildboord verliep enigszins stroef, als een schip dat zich vastklampt aan onfortuinlijke getijden. Een der pennen, gesmeed uit het nobele rvs, lag onder de heerschappij van een pen, die niet dezelfde geboorte van staal kende. Deze onbetwiste pen had zijn verblijf gevonden in de bolder, waarvan het lot zich schikte naar de genade van de tijd. Om de pen van een chroomloze legering een langer leven te gunnen, werd de bolder gedwongen haar waardigheid prijs te geven.

Het dek, dat reeds de helft van zijn voormalige glorie had verloren, vroeg om de laatste beproeving van ons geduld. Terwijl de wijzers van de klok de markeringen der uren passeerden, bevonden wij ons onverminderd in de staat van halverwege. Doch in dit laatste uur openbaarden zich vele metaalvondsten, waarvan wij ons niet konden vergewissen of zij van oudsher hun toevlucht hadden gezocht in de edele planken, of dat zij als een wispelturige schepping waren ontsproten nadat de lieden der nabije dagen, louter een week geleden, de reeds eerder genoemde planken, die het fundament van het dek vormen, hadden geïnspecteerd op ijzerwerk.

Het zij echter hoe het zij, deze bevestigingsmaterialen bleken met grootse bedoelingen vervaardigd om de planken te omarmen, maar waren uitermate onwelvallig in het proces van hun bevrijding. Helaas bevonden wij ons precies in dit proces. Gewapend met een beitel, reeds nabij voltooiing van zijn nobele taak, een leidingzoeker die ons veiligheid bood door de leidingen te omzeilen en enkel het staal te onthullen, een gatenzaag, en een krachtige accuboor, volbrachten wij de kunst van het verwijderen van dit stalen werk uit de gedeukte dekplanken. Het moge waar zijn dat het zich nog immer verbindt met het schip, doch dit is een vraagstuk dat wacht op latere verschijningen

Ook zijn we Dickens aan het lezen op de camping.

Reageer